Monday, August 20, 2012

De kilte van de onschuld - verhaal



De kilte van de onschuld

Buiten was het tropisch warm. Meer dan dertig graden. Binnen was het misschien nog wel warmer, maar hij had het koud.
IJskoud.
Hij staarde naar het plafond. In zijn gedachten hoorde hij de stem van zijn vrouw. Het is jouw schuld, jij hebt niet op hem gelet! Jij had op hem moeten passen! Waarom heb je niet op hem gelet?
Vragen die hij zichzelf ook stelde, vragen waar hij geen antwoord op kon geven. Hij hád op Sven gepast, toch? Maar hij had hem ook heel even uit het oog verloren.
Het gevoel in zijn vingers was verdwenen. Hij huiverde. Er liepen tranen over zijn wangen, maar dat merkte hij pas toen hij ze zacht in het badwater hoorde plonzen.
Het was zijn schuld. Hij had niet opgelet, hij had Sven niet naar de straat zien rennen. Hij had de dikke Mercedes niet gezien. Maar het geluid van de piepende remmen en het daaropvolgende gekrijs zou hij nooit vergeten.
God, wat had hij het koud.
‘Papa?’
Vanaf de gang klonk de stem van zijn oudste zoon, aarzelend. Hij draaide zijn hoofd en keek naar de deur.
‘Pap, zit je nog in bad? Mam zei dat we zo gingen eten.’
Hij likte over zijn lippen met een tong die aanvoelde als een stuk leer. Moeizaam trok hij zichzelf overeind. Hij wierp zijn ouderwetse scheermes op de badmat. ‘Ik kom eraan,’ zei hij. Zijn stem klonk goed. Helemaal niet depressief. ‘Zeg maar tegen je moeder dat ik er zo ben en dat ze vast op moet scheppen.’
‘Oké.’
Maar geen geluid van weglopende voetstappen.
Hij fronste. Het water klotste over de rand toen hij uit bad stapte. ‘Jelmer, sta je daar nog?’
Er werd zacht op de deur getrommeld, met een paar vingers. Daarna een kleine bons. Jelmer had waarschijnlijk zijn voorhoofd tegen de deur laten zakken.
‘Ik mis Sven,’ zei Jelmer.
Snel trok hij een groot badlaken uit de kast. Hij wikkelde dat om zijn middel, schoof met zijn voet zijn scheermes onder de kast en trok de badkamerdeur open. Jelmer viel in zijn armen. Hij wreef met zijn rimpelige vingers door Jelmers haar, trok hem dichter tegen zich aan en antwoordde: ‘Ik ook.’
‘Mama huilde net,’ zei Jelmer, met een stem die ook klonk alsof hij op het punt stond om te huilen. ‘En jij zat zo lang in bad… Je bent helemaal koud, pap.’ Jelmer trok zich los. Hij keek zijn vader aan en zag dezelfde roodomrande ogen als wanneer hij in de spiegel keek. Hetzelfde, maar ouder.
‘Ik was in slaap gevallen,’ loog hij. De leugen kwam gemakkelijk, maar zijn hart kromp ineen van dat gemak. ‘Ga maar vast naar beneden, goed?’
Jelmer knikte, draaide zich om en liep de gang door en de trap af.
Hij keek hem na. Daarna liep hij terug de badkamer in. Jouw schuld dat je gezin kapot gaat van verdriet.
Hij bukte, trok het scheermes weer tevoorschijn en staarde naar zijn eigen spiegelbeeld in het vlijmscherpe lemmet. Vervolgens klapte hij het mes dicht en smeet het in de prullenbak naast het toilet. Hij rilde, sloeg zijn armen om zijn lichaam en nam zich voor om die avond aan zijn vrouw te vertellen wat hij bijna had gedaan.
Er was één leven weggerukt. Maar zij moesten verder. En daar hoorde hij ook bij.