Monday, November 3, 2014

Gedichtje!

Dromen

gesloten oogjes
glimlach op kleine lippen
handjes op mijn huid


moegestreden na
ontdekkingstocht zonder eind
alles wil je zien


maanlicht schittert als
je veilig tegen mij aan
morgendroom ontdekt

Monday, September 1, 2014

Hardleers

Visite!
Kijk, dat is altijd leuk. Dat is gezellig, om er maar eens een oer-Hollandse term bij te gooien. En dat is het ook. Leuk, gezellig, lekker kletsen met koffie of thee en natuurlijk de koekjestrommel op tafel.
Maar... ook de reden dat je eigenlijk altijd je huishouden op orde moet hebben, natuurlijk.

Je kent dat wel. Heb je net die stapel vouw- en strijkgoed op de eettafel gegooid, staat de Maxi Cosi nog middenin de woonkamer, liggen de lege verpakkingen nog op tafel, op de bank het half uitgezochte stapeltje papier met folders en woordenboeken ertussen, afstandsbedieningen en controllers en batterijen overal en nergens, babyspeelgoed verspreid door de ruimte, het aanrecht vol omdat je niet meer wist of de vaatwasser nu schoon of vies was (als je voorspoelt is het verschil soms moeilijk te zien) en een wasmand middenin de keuken omdat je net een was buiten had gehangen - en dan komt er onverwachts visite.
Dat zeg ik.
Je kent dat wel.
In je hoofd is dat dan ongeveer dit:


Terwijl het in werkelijkheid best meevalt. Maar toch. Dat gevoel van "shit!" en "hoe doen die mensen dat toch die altijd alles keurig netjes schoon en opgeruimd hebben!".

Nou, het kan altijd erger. Je kunt bijvoorbeeld een geit los in je woonkamer laten rondlopen. En aan die logica valt niet te tornen!

Ik ga eens even opruimen, geloof ik... 

Wednesday, August 27, 2014

Last

Kort verhaal, geschreven naar aanleiding van de derde opdracht van de Schrijftalent Challenge van Jolanda Pikkaart.

Last

‘Idioot!’ Irma grist de kaasschaaf uit zijn handen. ‘Kun je dan helemaal niks!’
Johan slaat zijn blik neer. Hij schuift zijn bord naar haar toe. ‘Sorry.’
‘Je bent erger dan een kleuter, pa!’ Met korte, ferme halen schaaft ze plakken kaas. De oranje randjes laat ze zitten. Ze kwakt de kaas op zijn boterham. ‘Als je zo doorgaat, ga je naar het tehuis.’
‘Sorry,’ zegt Johan nog eens, heel zacht. Zijn handen trillen als hij zijn brood snijdt. Tot drie keer toe schuift zijn mes weg vanonder zijn onwillige vingers.
‘Schiet op. Ik moet zo weg.’
‘Ik ruim wel af,’ zegt hij.
‘Dat kun je niet. Dan laat je weer een bord vallen.’ Irma vraagt niet of hij meer wil eten dan die ene boterham. Ze haalt alles van tafel, behalve zijn bord en zijn kom lauw geworden thee.
‘Irma…’ Hij steekt een hand naar haar uit en kijkt in de donkere ogen van zijn dochter. Ze blijft naast de tafel staan. Vroeger had hij vaak gedacht dat ze zo op haar moeder leek. Een vergelijking die hij niet meer wil maken. Haar moeder was altijd zachtaardig gebleven. Als hij Irma aankijkt, is het alsof hij naar een kwade geest kijkt.
‘Wat?’
‘Ik vind het niet erg. Om naar het bejaardenhuis te gaan.’
‘Doe even normaal.’ Ze trekt zich los. Enkele minuten later is ze verdwenen.
Johan blijft stil zitten. Hij kijkt naar zijn boterham met kaas, half opgegeten. Tijdens het snijden is de kaas van de helft van de stukjes gevallen. Als hij zijn thee wil pakken, weigeren zijn vingers opnieuw dienst. Hij tikt tegen het oortje aan en stoot zo de kom omver. Lauwe thee stroomt over de tafel, over zijn bord, verder, over de rand, op zijn broek. Als hij de vlek ziet die zich in zijn kruis vormt, flitst een schrikbeeld door zijn gedachten: hoe hij in zijn eigen huis zal zitten, over een paar jaar, in zijn eigen vieze broek, omdat Irma dan nog maar één keer per dag kan komen. Het zal hem nu een hoop tijd kosten om een schone broek aan te trekken, maar het gaat nog. En hij kan nog zelf naar de wc. Maar hoe zal dat over een maand zijn?
Is dit hoe hij eindigt?
‘Nee,’ zegt hij hardop. Hij staat op en schuifelt door de kamer. In de hoek staat zijn computer. Met twee kromme vingers typt hij de zoekopdracht in. Hij mag dan oud en versleten zijn, met zijn hersenen is niets mis. Nog niet, denkt hij grimmig.
Misschien, als hij in een bejaardenhuis woont, misschien kan hij dan weer van zijn dochter gaan houden.
Misschien.

Thursday, August 7, 2014

Koekje erbij?

Google is watching you. We weten het allemaal. Maar hoe ver de koekjeswaakhond gaat met het in de gaten houden van je surfgedrag op de digitale golven van de wereldwijde zee, blijkt pas als je...
Euhm.
Eigenlijk blijkt dat iedere dag wel, om eerlijk te zijn.
Neem nou onze laatste zoektocht. Het is heel huishoudelijk en suffig: ik had namelijk een nieuwe droogmolen nodig. Hoe graag ik ook de oude had behouden (die is nog van mijn opa geweest) ik kon de was er zowat zonder knijpers aan ophangen, want de lijn plakte. En dat was met geen sopje te verhelpen. (Ik hoor je denken: span dan een nieuwe lijn - maar heb je dat wel eens gedaan? Gekkenwerk, en na twee jaar kun je weer opnieuw beginnen.) Afijn. Ik het wereldwijdeweb op. Want waar koop je een droogmolen? Bij bol, natuurlijk! Waar anders? Blokker of zo? Ja, kan ook, maar het kwam eigenlijk wel goed uit. Na een korte zoektocht (lees: Google, droogmolen Brabantia) bleek ook nog eens dat bol met dit type droogmolen de goedkoopste was. En gratis thuisbezorgd. Daar ga ik niet met de kinderwagen voor naar het dorp lopen. (Trouwens, ik zag dat al op de terugweg: droogmolen op de schouder en kinderwagen aan de hand of zo? Nee, dank je.)
Wat heeft dat met de koekjestrommel van Google te maken? Heel eenvoudig. Ik kwam spontaan overal droogmolens tegen op internet! Naast mijn Facebook-nieuwsoverzicht, op nieuwspagina's, eigenlijk overal waar ik mijn surfplank in de golven gooide, werd ik achtervolgd door droogmolens. Je zou er paranoïde van worden, zeg! Een droogmolen-complot! Ik heb genoeg aan 1 nieuwe, dank je, Google & co(okie).
En zo gaat dat steeds.
Zoek je een leuke jurk, word je gek van de jurken die overal opduiken. Zoek je een stofzuiger, slaat je eigen pc je met de huishoudelijke apparatuur om de oren.
Maar stiekem...
Stiekem vind ik het wel grappig. Die spontane droogmolen-invasie. Hier eentje om het af te leren. (Nee, dat is niet mijn tuin, noch mijn droogmolen of schone was.)



Wednesday, August 6, 2014

Die scène waarin die hand zo ineens omhoog komt...

Ken je dat? Ze zitten vaak in oude horrorfilms. Scènes waarin ineens een hand uit een graf omhoog steekt. Of dat er ineens een hand onder een bed uit komt en iemand bij zijn enkel grijpt of zo. Het idee is hetzelfde; er komt een klein lichaamsdeel van iets omhoog en daardoor weet je dat er nog iets heel anders aan vast hoort te zitten. Denk aan Jaws, en die rugvin. Komt het deuntje van Jaws alweer boven?

Nou.

Zo'n baby hebben wij dus...




Monday, July 21, 2014

Bizar, zo'n baby

Een baby is zo'n ding dat huilt en poept en lacht als jij je kop stoot en "au" roept. Althans. Dat is zo'n beetje het beeld dat redelijk overheersend is als je weinig met baby's te maken hebt gehad. O, ja, en ze spugen altijd als je ze boven je hoofd houdt, en wel recht in je gezicht. (Een weetje dat gevoed werd door tientallen homevideo's die je vaak op televisie voorbij zag komen.)

Maar dan krijg je zelf een baby (en wat een bevalling is dat, zeg) en dan kom je ergens achter: namelijk dat geen enkele baby standaard is. Die van mij in ieder geval niet. Zo zijn er van die dingen...


  • In de kinderwagen / auto valt de baby gegarandeerd in slaap.
    Yeah, right. Niet die van mij. Vergeet het maar. Als Elysa in de kinderwagen ligt, gaat ze om zich heen kijken. Veel te veel te zien!
  • Er komt een beetje spuug omhoog na het drinken.
    Allemachtig, zeg. Niemand zegt tijdens je zwangerschap iets over reflux! Gelukkig is dat inmiddels een heel stuk minder, maar als wij moesten proberen om die kleine te laten boeren, dan zorgden we er wel voor dat we een hydrofieldoek op onze schouder hadden liggen. En die lagen ook in de box. En in het bedje. En eigenlijk overal waar de baby was. Spuugdoekje? Ja, om het restje van haar mond te vegen nadat de plas melkspuug ergens anders terecht was gekomen. Zoals gezegd, inmiddels is het minder. Bijna over, zelfs. Maar dat zijn zo van die dingen waar niemand je voor waarschuwt. En dan ben ik nog blij dat we niet het allerergste hadden, want er zijn ook baby's die aan projectielbraken doen. Ja, dat klinkt zoals het is. Niet fijn. Dan kun je echt naar de kinderarts voor medicijnen.
  • 's Nachts huilt een baby alles bij elkaar.
    Over de eerste twee maanden zal ik niet veel zeggen. Maar ik kan je verzekeren dat als je een baby hebt die last heeft van maagzuur, dat ze dan niet graag wil liggen.
    Maar: nu zijn we wat verder. Na de laatste voeding gaat die kleine in haar bedje, wij in het onze, en iedereen slaapt heerlijk. Mij hoor je niet klagen ;) Je kunt maar gezegend zijn met een negatief vooroordeel dat niet blijkt te kloppen. (Ze moet nog tandjes krijgen... dus wat dat betreft...)
  • Poep van een baby stinkt een uur in de wind.
    Nou, nee. Waarschijnlijk zal er wel e.e.a. veranderen als de jonge mevrouw straks kennis gaat maken met vast voedsel, maar voorlopig heb ik nog niet gedacht "had ik nu maar een knijper in de buurt".
  • Hier is een schema...
    Naar de hel met schema's. (Nou ja. Met de meeste dan.) Nu weet ik wel dat ons kind een klein hoofdje heeft, hoor. Dat wisten we al toen ze nog in de buik zat (mochten we voor extra echo's naar het ziekenhuis) en ook nu is het kleiner dan dat van een gemiddelde kaaskop (mochten we voor een extra onderzoek - je raadt het al - naar het ziekenhuis). Niks aan de hand. Ik heb ook geen groot hoofd. Mijn man ook niet. Je wordt er gestoord van, van die schema's. Ik snap dat ze bij het consultatiebureau graag kijken hoe je kind het doet, maar kom óp, zeg. Kijk ook eens naar het kind en niet alleen naar de schema's.
  • Kinderen slapen veel.
    Ja, die kleine van ons slaapt 's nachts. En nu toevallig even. Maar ik heb ook dagen dat ze amper slaapt overdag. Is dat slecht? Welnee. Dat haalt ze dan de dag erna weer in. Dat kind volgt haar eigen ritme.
Dus: baby's. Iedere baby is anders. (En die van mij is natuurlijk nét een beetje leuker en liever dan de rest ;) ) Toch kijk je raar als je 's ochtends je kind uit bed gaat halen en je haar dan dwars tegen het voeteneind aan vindt. Of als je in de box kijkt en mevrouw ligt dan op haar knietjes te slapen, met de kont in de lucht. Of als je ziet dat die duim vóór het mondje is blijven hangen, in plaats van erin. Je kunt van alles bedenken, maar niets is zo gek als wat je kind zelf bedenkt. Best bizar, zo'n baby. Zeker als het er een is met de genen van mij en mijn man. Dat kan dan natuurlijk ook niet anders... 

Tuesday, May 20, 2014

Toen ik zo oud was...

In de tijd van de Grieken werd er al geklaagd over "de jeugd van tegenwoordig". Dus da's niets nieuws. Ik denk dat er in die tijd ook regelmatig werd verzucht: "toen ik zo oud was..."

Tsja.

Ik zat vandaag in een blad te lezen dat voor ouders is bedoeld. Een ouder was aan het woord. De oudste telg was 13. Ik schrok toen ik in het interview las dat er nog niet over drugs en alcohol was gepraat in het gezin, want ze waren nog niet aan het puberen. Euhm... Pardon? Kijk ik nu te vaak naar Dr. Phil of die ouder te weinig?

Oké. Dan het andere uiterste.

Laatst zag ik op tv dat er in GB al programma's zijn om kinderen van 5 (nee, geen typfout, 5 jaar) te leren om te gaan met porno op internet. En andere dingen. Want kinderen die op internet zitten, komen dat soort zaken tegen. Leuke opmerking die werd gegeven; het jongetje dat een spreekbeurt ging houden over jonge poesjes en die daarover informatie ging Googlen...

Pfff. Toen ik 5 was bestond internet nog niet. Althans. Niet voor den gewone mensch. Als je niet wilde dat je kind met de verkeerde beelden in aanraking kwam, zette je gewoon de tv uit. (En die kon ook weer aan.) De Playboy lag ergens hoog in de winkel. (Waren er toen geen ouders bij wie zo'n blad thuis lag?) En natuurlijk was alcohol een ver-van-mijn-kind-show... Nou ja, nee dus. Ik hoorde op de basisschool ook de verhalen van grote broer van iemand waarbij iets in het drankje was gestopt. (Wat ik heb onthouden, want dat maakte blijkbaar indruk.)

Zijn sommige ouders zo naïef? Willen ze het niet weten? Denken ze nu écht dat het aan "deze tijd" ligt? (Onzin! Dat is vooral heel erg jezelf voor de gek houden.)

Gelukkig is die kleine van mij nog écht klein. Dat zoekt voorlopig nog geen informatie over poesjes op internet, alcohol en drugs etc zijn nog écht een "daar-zijn-we-nog-niet-aan-toe" show en over "toen ik zo oud was" hoef ik voorlopig niet na te denken. (Ik kan het me niet herinneren, wat er in mijn leven gebeurde toen ik zo oud was als zij.) Maar in vredesnaam, laat ik hopen nooit zo'n naïeve muts te worden die denkt dat "haar kind" daar nog niet mee bezig is.

Wednesday, April 23, 2014

Bikkel Baby

Toch is het best sneu, die wandelingetjes naar het consultatiebureau. Iedere keer als je daar als baby komt, word je geprikt en gepord. (Nou ja, behalve de eerste keer bij de hoortest dan, dat is niet zo erg.) Ik vind het in ieder geval sneu: als baby word je in een koude houten bak gelegd om te worden gemeten, daarna in een nog veel koudere metalen weegschaal om te worden gewogen, en dan komt het ergste nog: in ieder been een spuit.

Gelukkig is Elysa een kleine bikkel. Gisteren kreeg ze haar eerste vaccinaties - en dat het allemaal in een spuit past, zeg! Spuit 1: DKTP, Hib, en HepB, en in spuit 2 zat Pneu. En ik hoor het je denken; kamawattes? Nou, dit dus:




Het is een ware ziektecocktail, maar onze bikkelbaby kan daar natuurlijk wel tegen. Gisteren heeft ze lekker bij mij liggen slapen, dat vooral. 's Avonds had ze verhoging, dus dat werd het eerste paracetamolletje van haar leven, maar dat was wel effectief: ze is nu weer een blije baby. Maar over een maand mag ze weer. Arm ding...

Thursday, April 10, 2014

Grootmoeders Ui

Sommige tips van (groot)moeders stammen nog uit de oertijd. En zelfs als dat niet zo is... dan is dat vaak wel zo. Nou zitten daar ook dingen tussen die wel degelijk "werken". Zo kun je bloedvlekken echt verwijderen met zout. En het werkt om over je buik te wrijven als je buikpijn hebt (of over de buik van je baby als de baby krampjes heeft).

Lang heb ik me afgevraagd of De Ui zou werken, of dat dat simpelweg weer zo'n bakerpraatje was. Gisteren (of eigenlijk vannacht) nam ik de proef op de som. Elysa was benauwd van het slijm. Manlief had ook een verstopte neus. Baby's ademen eigenlijk vooral door hun neus, dus ik wilde wel wat proberen om het voor haar wat makkelijker te maken. En met De Ui zou Danny wellicht ook meeprofiteren. Dus ik midden in de nacht naar de keuken om een stel uien te villen en in stukjes te hakken. Net niet huilend (ha! dit keer won ik het van de ui!) ging ik weer naar boven, met m'n schaaltje met in stukjes gesneden ui. Schaaltje werd naast het bed neergezet... En het werkt. Het werkt écht. Ik werd die ui-geur wel helemaal zat, maar 's ochtends had Elysa dus totaal nergens meer last van. (En ook Danny's neus zat niet meer verstopt.) Toegegeven, dampo ruikt een stuk lekkerder. Maar dat kun je niet bij een baby van 6 weken gebruiken. Ik beveel het denk ik ook niet aan om dit middeltje lang te gebruiken, want dan gaat de kamer zo uiig ruiken (een beetje alsof iemand een stel gigantische zweetsokken heeft opgehangen). Maar dit is dus geen bakerpraatje! Grootmoeders Ui doet het prima! 



Friday, March 21, 2014

BOM

Ik heb er nooit lang over nagedacht. Als ik moeder werd, wilde ik er zijn voor mijn kindje. Die mogelijkheid had ik ook (sterker nog: het was voordeliger om te stoppen met werken, want probeer met een postNL-salaris maar eens kinderopvang te betalen). Niet veel vrouwen hebben die keuze. Trouwens, niet veel vrouwen zouden tegenwoordig nog kiezen om fulltime moeder te zijn.

Had ik vorige week niet gezegd dat ik me soms, tijdens mijn zwangerschap, bijna minder vrouwelijk voelde? Nou, er is nog zoiets. Als Bewust Ouderwetse Moeder, kortweg BOM (o wat zijn we weer creatief vandaag) ben je eigenlijk een beetje dom, toch? Je carrière staat stil (nou heb ik 1 voordeel: ik volg een thuisstudie en dat kan ik gewoon blijven doen). Je wordt afhankelijk van je partner (dat is immers degene die het geld verdient). En er zijn vast nog meer argumenten om de BOM onderuit te halen. Je zou je, als fulltime moeder, gaan schamen. Bijna.

Je kunt het natuurlijk als luxe zien, als je als BOM door het leven kunt gaan. En in zekere zin is dat ook zo. Aan de andere kant is het ook luxe om de mogelijkheid te hebben om door te kunnen gaan met werken. Voor beide mogelijkheden is wel wat te zeggen. Ik heb nog een hbo-studie (thuisstudie) die ik gewoon blijf doen en ik schrijf natuurlijk ook nog, dus ik zit zeker niet te niksen als Elysa ligt te slapen (los van het huishouden, want ik heb geen schoonmaakster in dienst en ook de kaboutertjes doen hier niet veel). En ik geniet. Ik hoef niet te kolven, ik kan borstvoeding geven als dat Elysa uitkomt en ik kan gaan spieken hoe ze ligt te slapen (meestal met allebei de armpjes naast haar, alsof iemand "handen omhoog of ik schiet" heeft geroepen) als dat mij uitkomt. Als ze de hele dag getroost moet worden, heb ik daar de tijd voor. Stress bestaat eigenlijk niet. Ik snap het wel, dat de ándere BOMers tegen mij zeiden, toen ik bekendmaakte dat ik stopte met werken en dat ik fulltime moeder zou worden: "Geniet er maar lekker van." Want eigenlijk heb ik gewoon heel veel mazzel. Ik kán ervan genieten. Iedere dag, met volle teugen.



Friday, March 14, 2014

Wat een bevalling!

Vaak grap ik dat ik geen "echte" vrouw ben. Als je immers over zwangerschap en bevallingen leest, kom je van alles tegen. Zwangerschapskwaaltjes, bijvoorbeeld. Bij mij was het lijstje "kwaaltjes" wel heel kort: in de eerste weken was ik veel misselijk, maar daar wist ik mee om te gaan, waardoor ik mijn eten eigenlijk altijd binnenhield. Ik at gewoon vaker kleine hoeveelheden. En helemaal in het begin waren er natuurlijk de krampen (erg fijn als je op de fiets de post aan het rondbrengen bent).
Na een maand of 3 nam die misselijkheid wel af. Pas helemaal aan het eind van mijn zwangerschap hield ik wat vocht vast, maar veel drinken en blijven bewegen (zo goed als dat gaat) helpt, zodat ik gewoon mijn schoenen aan kon blijven doen. Alleen mijn ringen wilden niet meer om m'n vingers (en nu eigenlijk nog steeds niet, blijkbaar duurt dat even voordat dat weer terug is in oude staat).
Maar waar werd ik voor gewaarschuwd? Wacht maar, zeiden een hoop mensen, die nesteldrang komt nog wel. (Nee hoor.) Wacht maar, de huilbuien komen nog wel. (Welke huilbuien?) En, heb je al vreetbuien/trek in rare dingen? (Behalve nachtelijke broodjes kaas tegen de misselijkheid en een voorkeur voor frikandellen speciaal - maar dat had ik altijd al - niet. Vreetbuien heb ik niet gehad.) Wacht maar, je gaat vast tig keer per dag de kleertjes bekijken. (Nope.) Ach, maar zorg er wel voor dat je Rennies in huis hebt, want dat ga je vast nodig hebben! (Ik kan niet zeggen dat ik last heb gehad van brandend maagzuur.)
Tijdens mijn zwangerschap heb ik 0 paracetamol ingenomen, 0 Rennies, 0 andere medicijnen. (Foliumzuur tel ik niet mee uiteraard.) Een voorbeeldige zwangerschap, dus? Misschien. Maar je gaat bijna aan jezelf twijfelen, of je toch wel "vrouwelijk" genoeg bent, als je al die artikelen leest en ervaringen hoort van anderen.

Aan het eind van de zwangerschap werd het helemaal erg. Ik voelde me prima, maar ik kreeg constant te horen "succes met de laatste loodjes". Alsjeblieft, zeg. Wélke laatste loodjes? Behalve dat ik m'n veters niet meer op een normale manier kon strikken (en dat ik moeilijk moest doen om een sok aan te krijgen) had ik dus echt nergens last van.

Nee, dan de bevalling zelf. Ik heb geen voorweeën gehad (waar ik veel over had gehoord). Ja, misschien die ene, op zaterdagavond op weg naar huis in de auto, toen ik zowat door de autostoel zakte van de pijn in m'n onderrug. Die nacht kwamen de eerste beetjes van de slijmprop los. Maar dan kan het nog makkelijk dagen duren, dus ik heb de zondag erna heerlijk op de bank zitten gamen zonder nog ergens last van te hebben. Die zondagavond, rond half 10, kwam er dan een wee. En, o wee, dat zette dus meteen door. Om 1 uur die nacht was de verloskundige er, die meteen kon blijven, om 2 over 4 werd Elysa geboren.

Succes met de laatste loodjes? Nou, die eerste waren een heel stuk zwaarder! De kraamzorg wist het leuk samen te vatten: je gaat kerngezond een bevalling in en komt er als een wrak weer uit. Ja, dat klopt wel ongeveer. Wat een bevalling zeg, zo'n bevalling! En wat wordt nog wel eens voor het gemak weggelaten? Nou, bijvoorbeeld dat knippen niet prettig is en het hechten daarna al helemaal niet. En dat je de dagen na je bevalling het idee hebt (althans, dat had ik) dat je achterwerk vier keer zo dik is geworden. Dat de verloskundige vraagt of je het wilt zien, ergens tussen een paar weeën door. (Daar had ik nou geen behoefte aan, ik had genoeg aan het beeld van "de ontplofte egel" dat ergens in een of ander boek stond - was het Kluun? Geen idee...) Dat je tussen de weeën door in slaap kunt vallen (en in mijn geval droom je dan dat je met Mario muntjes verzamelt; dat krijg je ervan als je voor je bevalling Mario hebt zitten spelen!). Dat je bijna gegarandeerd poept tijdens je bevalling. Daar is haast geen ontkomen aan. Dat de persweeën amper pijn doen (ik voelde er amper iets van, maar misschien maakte ik gewoon veel endorfine aan), maar de weeën ervóór, die je tegen moet houden omdat je nog niet mag persen, veel erger zijn. Dat je erachter komt dat een kiai helemaal niet zo moeilijk is (voor de karateka's onder ons). Dat thuisbevallen prima kan bevallen, dat het je bovendien nog eens een autoreis, parkeerellende (nou ja 's nachts zal dat wel meevallen), een terugrit (ja met die beurse kont dus) en zelfs geld (nooit over nagedacht totdat de verloskundige dat naderhand zei) bespaart. O ja, en wat ook niemand vertelt, is dat je na je bevalling heel blij bent dat je een douche hebt. Want die wc... nou. Die sloeg ik de eerste dagen maar even over.
Heb ik alles zo'n beetje opgenoemd? Ik denk het wel. Iedere bevalling is anders, net zoals iedere zwangerschap anders is. En iedere baby is ook anders. Maar die van ons is natuurlijk wél het allerliefste!

Elysa Yliana Paap, geb. op 24 februari om 04.02


Tuesday, February 11, 2014

Al het ritselen komt van boven

Drie klemmen.
Gif op vier plekken - en verschillende soorten gif, ook nog eens.
Eerste vermoedens: na de zomer, toen er een muis ineens dood in huis lag. Zie ook deze blogpost uit oktober: Muizenissen
Melding gemeente: ergens in december, als ik me niet vergis.
Huidige stand van zaken:



Het gevoel dat we worden uitgelachen vanaf het gipsplaten plafond boven ons hoofd. Nachtelijke verbouwingen bij Hotel Huismuis. Geluiden van trippelende pootjes, rondschuivend materiaal, vallende dingen. Als ik geluidsopnames nodig had om een film over een in huis levende demon op te nemen, hoefde ik niet veel moeite te doen. Maar onze demon is klein, zit bijzonder goed verschanst en maakt zich ongetwijfeld op om de muizenkinderbijslag aan te vragen. Is hij/zij alleen? Vast niet.
Let dus maar goed op, als er hier over korte tijd beschuit met muisjes wordt aangeboden...
Als ik niet hoogzwanger was geweest, had ik dat plafond in de slaapkamer eruit gesloopt. Rigoureus? Drastic times call for drastic measures, my friend...

Tuesday, January 28, 2014

Voor het oprapen

De regen sloeg luid tegen de ramen.
Hij zuchtte diep. Wat was dat nou voor eerste zin? Alsof een lezer het spannend vond dat er regen viel. Nee, dat was niks. Hij drukte zijn vinger op backspace, wachtte totdat de cursor weer keurig op een leeg scherm knipperde en zuchtte opnieuw.
Door de muur heen klonken de scheldwoorden van de buurman. Even luisterde hij ernaar. De buurvrouw gilde terug en slaakte een kreet. Een doffe bons volgde. Zo te horen hadden ze weer eens slaande ruzie.
Waarom kon hij nu nooit eens iets fatsoenlijks verzinnen? Hij trommelde met zijn vingers op het bureaublad, rustte met zijn kin op zijn andere hand en trachtte wanhopig om die Ene Beginzin te bedenken. Die moest stáán. Die moest er zijn. Die moest de lezer het verhaal in trekken.
Op straat remde iemand uit volle macht. Afwezig leunde hij achterover in zijn stoel om een blik naar buiten te werpen. Een automobilist deed zijn raampje naar beneden, zodat hij een fietser de huid vol kon schelden. Toen de fietser, een man die zo groot was dat hij zijn stuur achterstevoren had gemonteerd, omdat hij anders constant met zijn knieën ertegenaan zou slaan, aanstalten maakte om af te stappen, reed de automobilist snel door. Schijtluis.
Hij keek weer naar zijn scherm. Daar stond de cursor nog steeds aan het begin van het lege document.
Achttien falende beginzinnen later ging de telefoon. Zacht mopperend nam hij op. Zijn zus vroeg hem of hij hun moeder had gezien, de laatste tijd. Nee, dat had hij niet. Had hij dan iets gehoord? Nee, ook niet. Hij hing weer op nadat hij haar had verzekerd om meteen iets te laten weten als hij iets van moeder zou horen.
Terug achter de computer voelde hij zich ellendig.
Wanneer zou hij eens een keer inspiratie krijgen?

Saturday, January 18, 2014

Doedel 65 - fantastiek

Verander één aspect van de ons bekende wereld (b.v. magie bestaat, een natuurwet werkt anders, nachtmerries als huisdieren of aliens zijn geland) en schrijf een fantasy-, sciencefiction- of horrorverhaal van maximaal 500 woorden waar dat verschil een rol in speelt. 

Muizenissen

Daar zaten ze. Op de rand van het bed, vlak bij zijn voeten. Op een rijtje, stil. En hij kon zweren dat ze glimlachten, met die spitse neusjes en lange snorharen. O, ja. Ze glimlachten. Grijnsden. Hun kleine kraaloogjes lieten zijn blik geen moment los. Geluid maakten ze niet. Toch voelde hij dat ze met elkaar communiceerden. Misschien wel telepathisch, het zou hem niet verbazen.
Een zevende muis klauterde het bed op, trippelde over het voeteneind en voegde zich bij de rest. De donkergrijze staart krulde zich om de stang, het puntje ervan ging langzaam op en neer.
Die zevende. Die was anders.
Jos huiverde. Heel voorzichtig trok hij zijn voeten naar zich toe. Onder de deken zag hij de bobbel die hij zelf veroorzaakte steeds verder bij de muizen vandaan gaan. Zes paar ogen bleven naar hem kijken. De zevende muis ging rechtop zitten, met zijn neus in de lucht. Jos slikte, maar hij duwde zichzelf naar achteren, totdat hij rechtop tegen het hoofdeind zat en hij zijn benen naar zich toe kon trekken. Snel sloeg hij zijn armen om zijn opgetrokken benen. De Oppermuis piepte een keer, een nauwelijks hoorbaar geluid. Zijn snorharen trilden. Zijn kleine bovenlip trok hij op, waardoor Jos prima kon zien hoe scherp de tandjes waren die eronderuit kwamen. Driehoekig. Niet de tanden die je bij een muis zou verwachten. Het leken eerder minuscule haaientanden te zijn.
Vanaf de gang klonk getrippel.
Jos boog iets voorover, zodat hij door de deuropening van zijn slaapkamer kon kijken. Het speeksel verdween uit zijn mond.
Op de gang liepen minstens twintig muizen heen en weer. Eén ervan zat rechtop, zijn voorpoten netjes voor zijn lijfje gevouwen, precies zoals Oppermuis op het voeteneind zat. De andere muizen renden om die ene heen. Ze gingen de badkamer in, de tweede slaapkamer die Jos als fitnessruimte gebruikte, de overloop verder op. Liepen ze langs de trap naar beneden? Hij wist het niet.
Als een klein kind trok Jos de deken op tot aan zijn kin. Ergens in de verte hoorde hij een gil, gevolgd door een bons. De buurvrouw. Die had de laatste tijd ook last van muizen.
Oppermuis trok zijn staart van de stang en sprong lenig op het bed. Weer een piepje. De muizen in de gang kwamen tot stilstand. Het rijtje op het bed grijnsde naar Jos, hun tandjes glinsterden in het ochtendlicht.
Op zolder, twee meter boven zijn hoofd, klonk het geluid van een muizenklem die met een klap dichtsloeg. Jos hoorde het. Even keek hij omhoog. Toen hij weer naar de muizen keek, was de helft uit zijn blikveld verdwenen.
Onder de deken kwamen kleine bobbeltjes zijn kant uit.
Snel.
De Oppermuis keek hem aan. Het puntje van zijn staart tikte op de deken.
Na de eerste beet zag Jos pas dat ze ook langs het raam kwamen. Hij gilde. Oppermuis trippelde van het bed, ging naar de vensterbank en bleef daar zitten. Starend. Zijn staart om zijn lijf geslagen.
Grijnzend. Totdat Jos stil lag.

Wednesday, January 8, 2014

Appeltaart

Voor de lol. Omdat je soms gewoon iets kleins moet schrijven, puur omdat het kan.

Appeltaart


Achtentwintig jaar waren ze getrouwd. Achtentwintig jaar. En nog wist Ellie blijkbaar niet dat hij appeltaart verafschuwde.
Hij had het al geroken toen hij het aluminiumfolie een klein stukje had opengevouwen. Die geur alleen was bijna genoeg om hem te doen kokhalzen. Herinneringen van zijn tante Pit, met haar dikke worstvingers en die eeuwige alcoholstank die uit haar mond kwam, drongen zich aan hem op. Tante Pit was de oorzaak van zijn appeltaart-aversie. Dat had hij Ellie nooit verteld, maar ze moest toch weten dat hij het niet lustte.
Hij liet zich achterover zakken totdat zijn rug de leuning van het bankje raakte. Het was niet druk in het park. Verderop drentelde een zwerver heen en weer, gebukt onder de lading van zijn uitpuilende plastic tassen. Meer mensen waren er niet te zien.
‘Ach, wat zal het ook,’ mompelde hij, en hij vouwde het folie weer om de appeltaart heen. Uit zijn koffer haalde hij een tweede pakketje, waarin hij twee boterhammen met kaas vond. Die at hij op. De rest van zijn pauze bleef hij op het bankje zitten, genietend van de zon die door de bladerloze takken op zijn gezicht scheen. Het was midden in de winter, maar het leek meer op een lentedag. Toen hij wegging, liet hij het pakketje met de taart achter. Hij keek een keer achterom. De zwerver liep waggelend naar het bankje.

Ellie ging tegenover hem aan de ontbijttafel zitten. Hij keek haar aan, zich verwonderend over haar merkwaardige gedrag. Ze was extreem rustig. Normaal liep ze ’s ochtends op hem te foeteren. De laatste dagen was er iets veranderd. Ze sprak amper nog tegen hem. En ze leek hem met haar priemende blik te bestuderen.
‘Hoe vond je de appeltaart?’ vroeg ze.
Hij fronste. ‘Die je een paar dagen terug had meegegeven?’
‘Hm-hm.’
‘Lekker.’ Hij verborg zijn leugenachtige gezicht door de krant naar zich toe te trekken.
‘Echt waar?’
‘Natuurlijk…’ Het woordje ‘schat’ bleef in zijn keel steken. Zijn ogen lazen de kleine kop, rechtsonderaan op de voorpagina van de krant. Heel langzaam stond hij op. Ellie hield hem niet tegen, toen hij met de krant in zijn hand het huis uit liep. De kleine krantenkop zou hij nooit meer kunnen vergeten.
Dode zwerver at vergiftigde appeltaart.
Na achtentwintig jaar had ze toch moeten weten dat hij geen appeltaart at.