In mijn geval is Danny mijn Ideale Lezer. Degene die als eerste het geheel te zien krijgt. Hij gaat er met een pen bij zitten en kijkt niet alleen naar het verhaal, maar ook naar hoe het verteld wordt. Volgens mij ben ik heel gelukkig. Volgens mij heb ik heel veel mazzel.
Ik denk dat er schrijvers zijn die een gebrek hebben: een gebrek aan zo'n lezer.
Nee, ik heb nog geen enkel boek gepubliceerd - maar ik heb ook nog geen enkel boek naar een uitgeverij gestuurd. De eerste ligt nu pas klaar (niet om te versturen, maar om de laatste puntjes op de i te zetten en om "gekeurd" te worden door mijn Ideale Lezer).
Ondanks mijn gebrek aan publicaties meen ik wel iets te kunnen zeggen over "schrijven". En dat meen ik te kunnen doen, omdat ik ook veel lees. Als je veel leest gaan er dingen opvallen. En als je studeert voor Vertaler ga je op taalgebruik letten. Als je veel leest, veel met taal bezig bent én zelf ook schrijft - dan is het hek van de dam...
Ik kon me niet voorstellen dat een boek gepubliceerd werd als er taalfouten in staan. Vroeger kon ik me dat niet voorstellen, tegenwoordig zit ik slechts hoofdschuddend naar zo'n kromme zin te kijken. Zo'n zin met een taalfout erin. Het kan me niet schelen dat er taalfouten in een verhaal staan - maar wel als dat in een boek gebeurt! Dat hoort toch gewoon GOED te zijn?
Vooruit, laten we de taalfouten voor wat ze zijn. Dan kom ik terecht bij een overmatig gebruik van de lijdende vorm. Hoe komt een schrijver erbij dat hij (of zij) daar de lezer een plezier mee doet? Mijn hemel, wat leest dát irritant! Je kunt ook gewoon een verleden tijd gebruiken, dus doe dat dan gewoon!
Mijn Ideale Lezer behoedt me voor dat soort "missers". Of het helpt - geen idee. Misschien heb ik over een tijd wel tig afwijzingsbrieven/mailtjes liggen van uitgeverijen. Nou, dat is dan jammer. Ik had er lol in, denk ik dan.
Ondertussen heb je ook nog dat andere punt: schrijvers die op hun lezers vloeken. Je kunt niet zeggen: 'ze begrijpen mijn verhaal niet'. Als er lezers zijn die je verhaal niet begrijpen heb je de plank misgeslagen. Of je moet een ander publiek aanspreken, of je moet je verhaal aanpassen zodat het wél begrijpelijk wordt. Immers: die lezers moet je zover krijgen dat ze je verhaal kópen. Vloek niet op ze. Bedank ze, omdat ze je ervoor behoeden om die stommiteit nog een keer te begaan. Natuurlijk, er zullen altijd mensen zijn die je verhaal niet boeiend vinden, maar is het niet juist de kunst om dat aantal zo klein mogelijk te houden? Je bent geen God, je bent een nederig figuurtje dat met zijn vingers in de aanslag voor een laptop zit, hopeloos verloren in de wereld van je eigen fantasie.
Meer niet.