Friday, October 26, 2012

Herfst




Wind trekt zachtjes aan
Schildert zijn palet van kleur
Met verstoten blad



Thursday, October 11, 2012

Thuis


Doedel #24 – wie of wat is voor jou thuis? Schrijf dit op in max. 250 woorden in de vorm van herinneringen (mag ook fictief).

Vanuit de keuken komt de geur van verse koffie, vergezeld van stemmen die voor een buitenstaander waarschijnlijk klinken alsof er een gigantische ruzie is uitgebroken – maar dat is normaal, bij ons. Harder praten dan nodig is, iedereen wil het hoogste woord hebben en een ander heeft nooit gelijk. Toch klinkt er gelach. Ook dat is zoals het bij ons gaat. Een gesprek kronkelt harder dan een opgefokte slang, schiet van discussie naar moppen en weer terug, terwijl de koffie altijd klaar staat en de koekjestrommel niet onverdienstelijk op tafel is gezet.
Koffie en koekjes. Meestal een gezellig gesprek, soms ook niet, maar hé – waar gaat dat anders? Onder mijn voeten een pas gestofzuigde vloer, een deurmat, daarnaast meerdere paren schoenen, sloffen en klompen. Ik kan mezelf bijna zien, lang geleden, met mijn pony. Die had ik meegenomen de hal in, gewoon om voor één keer in mijn leven eens te kunnen zeggen dat er écht een paard in de gang stond. Toen lagen er nog geen tegels in die hal, in het huis van mijn ouders.
Thuis; de betekenis is betrekkelijk. Als het leven verder gaat, verandert je “thuis” ook.
Ik typ dit aan tafel in mijn eigen huis, terwijl de waterkoker zijn werk doet. Ik drink minder koffie dan vroeger, maar als er visite komt, dan zorg ik wel voor koekjes. Laat dat maar aan mij over.

Tuesday, October 9, 2012

Daarom

Ik schrijf niet vaak gedichten, maar te laatste tijd waag ik me er steeds vaker aan. Na het lezen van "Vette Pech" kón ik niet anders. Ik schreef een gedicht. Vraag me niet naar het waarom, waardoor of waarvoor; ik schreef het, omdat het uit m'n vingers rolde.


Daarom

Fragiel is het leven
Het komt maar één keer
Wordt je gegeven
Maar soms doet het zeer

Er zijn van die vragen
Die je blijft stellen
Maar nooit op de dagen
Dat geluk toe komt snellen

Vraag niet naar waarom
Want waar is de zin?
Je trekt je rug krom
Verliest jezelf erin

Kijk niet naar beneden
Ook al lijkt het niet goed
Zoek niet naar de reden
Onder je moed

Iedereen is fragiel
Zo is het leven
Krachtige ziel
Die de dood kan vergeven

Friday, October 5, 2012

Dierendagdoedel - Bokito

De opdracht van schrijfdoedel #23 was:
Schrijf een verhaal van max. 500 woorden vanuit het perspectief van één van de volgende dieren:
- eendagsvlieg
- lemming
- kikkervisje
- Bokito

Ik vond Bokito de interessantste. Daaruit kwam dit verhaaltje voort:


Ik weet dat ze daar staan: de bezoekers. Die vrouwen, respectloos, lachend, wijzend. Hun mannen, die geen enkele macht over hun vrouwtjes hebben. Ze noemen zichzelf wel mannen, maar ze zijn volgens mij vergeten wat het is om man te zijn; hoe het is om hun vrouwtje te beschermen, om haar respect te krijgen en om haar te eren. Geen mannetje daar achter die ruit zou bij mij in de buurt mogen komen. Mijn vrouwtjes zouden op hen spugen. Lafaards zijn het, stuk voor stuk. En die vrouwtjes zijn niets waard.
Die ene keer dat ik ontsnapte, heb ik gemerkt hoe ze wérkelijk zijn. Laf. Dat zei ik net ook al. Ik zou willen dat ik ergens anders heen kon, ergens waar ik me niet voor aap hoefde te zetten voor mensen die niets waard zijn. Ze denken dat ze zoveel beter zijn, maar dat is niet waar. Ik ruik hun ontzag, als ik dichterbij het glas kom. In werkelijkheid zijn die bezoekers gewoon zoals de jongeren in mijn groep – dom en onwetend.
Laat ze daar maar staan. Laat ze maar genieten van hun miserabele levens, laat ze maar denken dat zij het zoveel beter hebben dan ik. Mijn leven is goed. Ik word verzorgd door mijn vrouwtjes, door mijn kinderen én door mijn verzorgers. Ik vraag me af hoeveel mensen dat kunnen zeggen.
Sukkels achter glas.
Ik weet wel dat ze er zijn, maar ik draai mijn rug naar ze toe. Meer verdienen ze niet.

Wednesday, October 3, 2012

The Cleaner

Voor mijn huiswerk moest ik iets sufs doen; een foto bekijken van mensen die bij een ticket service stonden, en dan in het Engels opschrijven wat ik dacht dat zij daar deden. Oef. Ik dacht; dat kan leuker; dus heb ik er een verhaaltje van gemaakt. Maar dan wel van de man die níet op de foto te zien was...

The Cleaner

The cleaner pushed his cart into the ticket service area. He took his broom and started sweeping the floor.
“Look at them,” he thought, glancing at the people now and then, “complaining about the service, always in a hurry. They don’t even notice I’m here. It’s as if I am invisible.”
A woman walked past him. She waved at the man at the phone booth, who was obviously relieved to see her. She held a baby on her arm – the only person in the room who looked straight at the cleaner. The baby laughed at him. The cleaner smiled back a faint smile.
“I was about to call you,” the man said. He stepped away from the phone booth and took over the baby. Both of them walked towards their bags in the middle of the room.
“Andrew, come back here!” A lady with brown hair shouted at a little boy. A girl watched at her side, as the boy, probably her brother, walked straight to the cleaner.
“He’s right here, mum!” the boy answered, pointing at the man in front of him.
The woman grabbed the boy’s hand. “You stop that nonsense, young man! There’s no such thing as ghosts!”
“It’s not a ghost, he’s a spirit!”
“I am not...” the cleaner started to say, but he realised there was no sound coming out of his mouth. Not even a whisper. He looked down and saw that his broom went through the rubbish, without moving any of it.
The boy left with his mother. Once again, the cleaner was invisible. Just like he had been when he was still alive.