Thursday, October 11, 2012

Thuis


Doedel #24 – wie of wat is voor jou thuis? Schrijf dit op in max. 250 woorden in de vorm van herinneringen (mag ook fictief).

Vanuit de keuken komt de geur van verse koffie, vergezeld van stemmen die voor een buitenstaander waarschijnlijk klinken alsof er een gigantische ruzie is uitgebroken – maar dat is normaal, bij ons. Harder praten dan nodig is, iedereen wil het hoogste woord hebben en een ander heeft nooit gelijk. Toch klinkt er gelach. Ook dat is zoals het bij ons gaat. Een gesprek kronkelt harder dan een opgefokte slang, schiet van discussie naar moppen en weer terug, terwijl de koffie altijd klaar staat en de koekjestrommel niet onverdienstelijk op tafel is gezet.
Koffie en koekjes. Meestal een gezellig gesprek, soms ook niet, maar hé – waar gaat dat anders? Onder mijn voeten een pas gestofzuigde vloer, een deurmat, daarnaast meerdere paren schoenen, sloffen en klompen. Ik kan mezelf bijna zien, lang geleden, met mijn pony. Die had ik meegenomen de hal in, gewoon om voor één keer in mijn leven eens te kunnen zeggen dat er écht een paard in de gang stond. Toen lagen er nog geen tegels in die hal, in het huis van mijn ouders.
Thuis; de betekenis is betrekkelijk. Als het leven verder gaat, verandert je “thuis” ook.
Ik typ dit aan tafel in mijn eigen huis, terwijl de waterkoker zijn werk doet. Ik drink minder koffie dan vroeger, maar als er visite komt, dan zorg ik wel voor koekjes. Laat dat maar aan mij over.