Sunday, April 15, 2018

De voor de hand liggende vraag met het moeilijke antwoord

Gisteren volgde ik op de Dag van het Fantastische Boek de workshop "Manuscript opsturen naar een uitgeverij" van Eveline Broekhuizen. Een van de dingen die ter sprake kwam tijdens die workshop, was de "blurb": in één zin omschrijven waar je verhaal over gaat.
Dat klinkt heel simpel, maar zoals wel vaker met dingen die heel simpel lijken, is het vaak juist heel erg lastig.

Voor mijn meest recente manuscripten, Tirisa en Vyran, heb ik zulke zinnen. Lukt het mij in 1 enkele zin? Nee. Ik heb er twee of drie nodig. En dan kan ik ook nog meerdere versies bedenken, maar hieronder heb ik de zinnen staan die de minste spoilers bevatten. Hier komen ze:

Tirisa:
Als een plichtsgetrouwe generaal opdracht krijgt vluchtelingen met harde hand terug naar oorlogsgebied te sturen, besluit hij zijn bevelen naast zich neer te leggen. Kan hij zijn meerdere op andere gedachten brengen, of zal zij voor totale chaos zorgen?

Vyran:
Als de arrestatie van een corrupte militair volkomen mislukt, laat hij een spoor van ellende achter. Kunnen zijn slachtoffers verwerken wat hij heeft gedaan? En is hij voorgoed ontsnapt, of wordt hij alsnog gevonden?


Beide verhalen zijn high-fantasy. Beide verhalen zijn los te lezen. Van beide verhalen heb ik ook blurbs die meer prijsgeven van het verhaal, maar op mijn blog laat ik graag wat mysterie intact ...

Het zijn twee totaal verschillende verhalen. De grootste overeenkomst? Ze gaan over personen. Als ik wil beginnen met vertellen waar mijn manuscripten over gaan, dan schieten mij zoveel dingen te binnen, dat het lastig is om te kiezen. De blurb vertelt het verhaal. Maar een boek is meer dan een verhaal. Het gaat pas leven als je de lezer mee naar binnen trekt, de wereld in. En omdat ik zojuist heb ontdekt dat ik het begin van Tirisa helemaal nog niet op mijn blog had gezet, dacht ik: laat ik daar eens verandering in aanbrengen! Dus hieronder het begin van Tirisa:
---


1

‘Samm…’ Ynndalys Lyano bevroor. De naam van zijn broer bleef in zijn keel steken.
Sammanh hing aan een touw. Hij had zich in zijn eigen hal opgehangen aan de kroonluchter.
Een tochtvlaag liet de voordeur dichtknallen, maar Ynndalys hoorde het niet. Met grote ogen staarde hij naar zijn broer. Het touw kraakte en wiegde heen en weer. De tenen van Sammanh bungelden boven de grond, zijn broekspijpen trilden. Een omgevallen houten kruk lag naast zijn voeten. Sammanhs ogen waren gesloten, zijn handen hingen slap langs zijn lichaam. Het grauwe touw sneed diep in de huid van zijn hals. Rode striemen en krassen ontsierden hals en kaaklijnen; in zijn doodsstrijd had hij toch getracht zichzelf te bevrijden.
‘Ggh.’
Ggh – dat geluid, dat geen kreun was en geen woord, maar iets daar tussenin, zou Ynndalys nooit vergeten.
Ynndalys schoot naar voren en sloeg een arm om de benen van zijn broer. Hij tilde hem op, zodat er minder druk op het touw kwam te staan. Met zijn vrije hand trok hij het zwaard dat aan zijn heup hing. Het wapen beschreef een nijdige boog toen hij ermee omhoogzwiepte en door het touw hakte.
Het lichaam zakte in Ynndalys’ armen. Hij liet zijn zwaard vallen en legde zijn broer op de grond. Wanhopig plukte hij aan de strop om Sammanhs hals. Hij wrong zijn vingers onder het ruwe touw.
Niet snel genoeg.
Ynndalys greep zijn zwaard en sneed de strop door. De slecht aangelegde schuifknoop eindigde als een misvormde hoop naast zijn knieën.
‘Sammanh!’ Ynndalys wilde schreeuwen, maar er kwam een fluistering over zijn lippen. Zijn vingers, geschaafd doordat hij zo hard aan het touw had getrokken, dartelden over het gezicht van zijn broer. Uiteindelijk tikte hij tegen een wang. ‘Sammanh!’ Haastig veegde hij de tranen weg die zijn zicht vertroebelden. ‘Sam!’
Er was geluid uit de keel van Sammanh gekomen. Dat wist hij zeker. Dat had hij zich niet ingebeeld.
Maar nu haalde Sammanh geen adem meer.

---