Ik heb een moord gepleegd. In stilte, want ik wilde de kleine niet wakker maken. Die had ik net in bed gelegd, namelijk, toen ik de indringer in mijn badkamer zag. Ik schrok bij de aanblik van deze vreemdeling, maar gillen is aan Ninja's niet besteed. Zeker niet met een bijna-slapende dreumes in de kamer ernaast. Dus klemde ik mijn kiezen op elkaar en keek ik om me heen, op zoek naar een wapen. Dat was snel gevonden. Het dakraam in de badkamer maken we altijd open en dicht met een stok, omdat we er anders niet bij kunnen. Dus ik greep die stok. Helaas was de stok vrij smal. Met een kleine handdoek om de punt gewikkeld en daar een washandje overheen getrokken, zodat ik een knuppelachtig wapen in mijn hand hield, ging ik op de indringer af. Genadeloos sloeg ik hem neer. Ik gaf er een klap achteraan toen de indringer stuiptrekkend voor me lag. Bijkomend voordeel van mijn improvisatie: het moordwapen maakte weinig lawaai.
Normaal ga ik ze, als ze wat groter zijn, te lijf met de stofzuiger (en ja, ik schakel ook gerust de hulp in van mijn man, want zo'n held ben ik niet). Maar nu moest ik snel zijn en geluidloos.
De spin is dood.
Arme sukkel, kies dan ook een ander huis uit om in rond te kriebelen met die acht griezelige poten van je.
Ik ben altijd maar blij dat ik in Nederland woon, en niet in een land waar ik van die enge vogelspinnen of zo kan tegenkomen. Brrrr.