Schrijfdoedel
#10: Een vrouw die vanaf geboorte doof
is, wordt op een dag wakker door het geluid van een sirene.
Heel
haar leven had ze niets dan stilte gekend. Onmetelijke stilte.
Nu
werd die stilte vervangen door het keiharde geblèr van een sirene – een geluid
dat haar vreemd was, zoals alle geluiden haar vreemd waren.
Joyce
schoot overeind. Ze klemde haar handen tegen haar oren, in een poging om het
geluid buiten te houden dat stalen pinnen van pijn in haar hersenen dreef. In
paniek probeerde ze uit bed te springen, maar haar benen zaten verstrikt in de
deken. Met een harde bonk viel ze naast haar bed.
Haar
ogen werden groot van schrik. Ze zwiepte de deken weg. Ontstelt merkte ze dat
ook de deken geluid maakte.
Wat is dit? Ik HOOR!
Maar
als dit was hoe de wereld klonk, dan was ze liever doof.
De
sirene hield aan. Joyce kromp ineen, trok haar kussen van het bed en klemde die
over haar hoofd, zodat het geluid iets werd gedempt. Zo bleef ze enkele minuten
zitten – met haar kussen stevig op haar hoofd gedrukt, stijf als een wild dier
dat plotseling in een stel koplampen kijkt.
Na
een tijdje stond ze op. Ze keek op de wekker; half drie ’s nachts.
Langzaam
liep ze naar het raam. Met haar elleboog duwde ze het gordijn opzij, zodat ze
naar buiten kon kijken. Haar eigen achtertuin lag er vredig bij. Verderop zag
ze een kat over een schutting lopen.
Dit kan niet goed zijn. Hoort
iedereen die herrie?
Niets
wees erop dat er iets raars aan de hand was. Er kwamen geen mensen verschrikt
hun huizen uit rennen. De kat was zelfs op de schutting gaan zitten, waar het
aanzienlijke achterste van het beest de zwaartekracht tartte.
Verward
draaide Joyce zich weer om. Ze snakte naar adem toen het geluid aanzwol. Haar
hoofd bonkte. Ze strompelde enkele passen de kamer door, viel op haar knieën en
schreeuwde. De sirene overstemde echter het geluid van haar schreeuw. Met
tranen in haar ogen kroop ze verder. Voor haar gevoel duurde het een eeuwigheid
om haar bed weer te bereiken. Ze trok zichzelf omhoog aan het voeteneind, keek
op en verstijfde voor de tweede keer die nacht.
In
haar hoofd, vlak achter haar linkeroog, voelde ze een korte, scherpe pijn, als van
een hevige migraineaanval. Dat was het laatste wat ze voelde.
Joyce
verloor de grip op het bed. Haar vingers gleden weg, machteloos. Ze viel op de
grond. Grote handen draaiden haar om, een hamer ging voor de tweede keer naar
haar hoofd. Vlak voordat de inbreker haar dood sloeg, dacht Joyce aan de
operatie die ze een week eerder had ondergaan. Experimentele, nieuwe
technieken. Blijkbaar had het gewerkt. Net als haar inbraakalarm kennelijk
prima werkte.