Thursday, July 5, 2012

Schrijfdoedel - De Juiste Indruk


Doedel 11 – Een man staat op het punt om te bungeejumpen om indruk op iemand te maken, ondanks het feit dat hij zijn hele leven lang al kampt met ontzettende hoogtevrees.

Rik keek naar zijn voeten. De punten van zijn veel te dure leren schoenen staken over de rand van de bak. Achter hem vroeg Michael, de eigenaar van de bungeejumplocatie, aan hem of hij er klaar voor was.
Ergens ver onder hem, op de pier, stond Anna. Rik kon haar niet zien, maar hij wist dat ze er was, in haar zomerjurk. Zou de wind haar jurk optillen? Zou ze naar boven turen, om te zien hoe hij het deed? Of zou ze ongeïnteresseerd naar een stel kinderen staan te kijken, dat een spel speelde in de golven?
‘Het is best hoog,’ zei Rik. Hij hoorde zelf dat zijn stem hoger was dan normaal. Snel schraapte hij zijn keel. ‘Hoe hoog stonden we ook alweer?’
De punten van zijn schoenen leken dichterbij te komen, om daarna weer verder weg te zweven. Rik zag de hele wereld wiebelen. Hij slikte, kneep zijn ogen een moment dicht, opende ze weer. De wereld was weer rustig. Alleen de bak, waarin ze omhoog gehesen waren, schommelde lichtjes op de nauwelijks waarneembare wind.
‘Zestig meter,’ zei Michael. ‘Neem rustig de tijd, hoor.’
Rik knikte. Hij dacht aan Anna. Aan haar gulle lach, aan haar slanke lichaam. Aan de sproetjes op haar wangen. Veertien jaar waren ze samen. In die veertien jaar had hij steeds minder van haar lach gezien en steeds meer van haar verwijten gehoord. Over zijn eetgewoontes, over zijn werk – eigenlijk over alles. Zelfs zijn hoogtevrees was gretig slachtoffer van haar spottende stem.
Opnieuw wierp hij een blik naar beneden. De zee klotste tegen de rotsen onder hem. Vér onder hem.
Waar was hij mee bezig?
Voorzichtig stapte hij een pas terug. Hij wreef het zweet van zijn voorhoofd en keek Michael verontschuldigend aan. ‘Ik geloof toch dat dit ‘m niet gaat worden.’
Michael haalde zijn schouders op. ‘Dat gebeurt vaker. Maak je niet druk. Terug naar beneden?’
Rik bestudeerde de helderblauwe ogen van de gespierde man tegenover hem. Die man had een eerlijke blik; een blik die Rik bij zichzelf al jaren niet meer had gezien, omdat hij zichzelf iedere dag opnieuw voorloog. En in Anna’s ogen zag hij niets dan minachting.
Nee, ze zou niet naar hem kijken. Waarschijnlijk had ze een knappe surfer gezien, die haar aandacht had getrokken.
Rik fronste. ‘Weet je, ik doe het gewoon. Voor alles is een eerste keer, toch?’
Michael grijnsde. ‘Mooi! Hier ga je geen spijt van krijgen!’
Rik grijnsde terug.
Hij gilde, onderweg naar beneden. Zodra het touw hem terug omhoog rukte, lachte hij.
Vlak voordat hij sprong, had hij besloten dat hij zou scheiden. Bij de gedachte aan Anna’s gezicht, als hij haar dát zou vertellen, lachte hij nog harder.