Monday, June 25, 2012

Schrijfdoedel


Op de één of andere manier weet ik er altijd wel weer een vreemde draai aan te geven... Sinds kort zit ik een beetje rond te neuzen op schrijvenonline.org . Daar is ook een leuk forum te vinden, met onder andere het onderdeel "schrijfdoedels". Zoals het op de site staat: Schrijfdoedel is een wekelijkse schrijfopdracht voor een scène, verhaalfragment of kort verhaal in de vorm van een gegeven of een eerste zin.
Het mag niet langer zijn dan 500 woorden.

Ik heb me er ook aan gewaagd. Gewoon, voor de lol. De opdracht: De schrijfdoedel van deze week is:
Je stapt in de lift met je ex. Na een paar verdiepingen blijft plots de lift hangen.

Mijn uitwerking:

‘Euh…’
Ik kijk Rogier aan. Typisch iets voor hem – al valt er een olifant uit de lucht, meestal komt er niets anders uit dan een stompzinnig ‘euh’.
Rogier grijnst zenuwachtig, waarna hij voor de derde keer lukraak op wat liftknopjes ramt.
‘Dat helpt niet,’ zeg ik. Ik reik langs hem en duw op de noodknop. Niks.
‘Dat blijkbaar ook niet,’ merkt Rogier op.
Ik werp hem een hatelijke blik toe. ‘Weet jij iets beters?’
Hij wijst naar het telefoonnummer dat onder de knopjes staat. ‘Je zou dat kunnen proberen.’
Ik zucht. Vervolgens duw ik hem mijn telefoon onder zijn neus. ‘Geen bereik, slimmerik. Daar had ik ook al aan gedacht.’
‘O.’ Hij wipt heen even heen en weer. ‘Dan zit er niets anders op dan te wachten.’
‘Fijn.’ Ik herhaal zijn eerdere destructieneiging en sla tegen de knoppen. ‘Verdomme…’
‘Heb je haast?’
Ik snuif. Dat is niet iets wat ik normaal vaak doe, maar op dat moment kan ik niets beters verzinnen om mijn minachting voor hem duidelijk te maken. ‘Ja! Ik heb haast ja! In tegenstelling tot sommige mensen heb ik wél werk – en daar ben ik naar op weg! Toevallig!’
‘O, nou, sorry hoor.’ Rogier stapt achteruit, met zijn handen half omhoog geheven, alsof hij zich overgeeft. ‘Ik wist niet dat je kwaad werd.’
Ik vloek nog een keer. Uiteindelijk wrijf ik een keer door mijn haar, waarna ik hem nog eens aankijk. ‘Wat doe jij hier eigenlijk?’ vraag ik.
‘Werken,’ antwoordt Rogier.
Ik frons. Een jaar eerder had ik het uitgemaakt met Rogier, juist omdat hij het verdomde om werk te zoeken. Dus waar had hij het over? ‘Ben je van je geloof gevallen?’ vraag ik.
‘Nee.’ Hij grijnst. Grote tanden, blikkerend in het licht. ‘Ik denk dat ik eindelijk iets heb gevonden wat ik leuk vind.’
‘Wat…’ Op dat moment trekt Rogier een pistool tevoorschijn. Ik zie dat er een geluidsdemper op zit. Ik staar hem aan, geschokt. ‘Rogier… waar ben je mee bezig?’
‘Mijn werk, schat. Niks persoonlijks.’ Met die woorden haalt hij de trekker over.